dinsdag 14 januari 2020

Het Parcours van een Glimlach

Een baby beseft al zeer snel dat het bevredigen van zijn behoeften van andere mensen afhangt. Baby wil deze mensen rondom zich houden en doet dit door het gedrag van deze andere mensen te kopiëren. Baby doet dit door eerst te glimlachen, later door de armpjes te strekken om vastgepakt te worden en nog later door beginnen te brabbelen en woordjes proberen te vertellen.
De glimlach kent verschillende stadia voordat het een spontane glimlach wordt. Baby kopieërt de voor hem/haar nog onbegrijpbare grimas van papa of mama, daarna kopieërt baby de glimlach, later gaat dit over in een denkende glimlach, wordt het een gerichte glimlach (met het doel papa of mama te behagen zodat baby zijn zin krijgt), om nog later een spontane glimlach te worden.
Door dit proces beseft baby dat er een wederzijdse relatie bestaat tussen ik baby en zij de ander.
Dit besef van wederzijdsheid in het communicatieproces is belemmerd bij kinderen met een autisme spectrum stoornis. Als baby lijkt voor hen de behoeftebevrediging los te staan van de behoeftenverzorgers. Het kind met autisme lijkt zich niet zo bewust te zijn van het effect dat zijn gedrag heeft op de ander en zal dan ook niet snel tot een spontane glimlach komen en niet zo snel reageren op zijn verzorgers. Wederzijdsheid in contact komt bij hen veel trager op gang. Het besef dat de ander (verzorger) een rol speelt in het vervullen van zijn eigen wensen ontwikkelt zich bij een kind met autisme traag en geeft aanleiding tot veel frustraties bij de ouders.